SETL Project in de Toolenburgse plas
Inleiding:
Bij het SETL-project wordt onderzocht welke mariene organismen zich vestigen (‘settelen’) op speciaal daartoe opgehangen kunststof platen. Deze platen zijn opgehangen in havens of meren en aan steigers op 1 meter diepte. Om de drie maanden worden de platen door vrijwilligers onderzocht op organismen die zich daarop hebben vastgehecht.
Op 14 juni 2009 zijn de platen H104 (B1) en H128 (B2) opgehangen aan de ballenlijn van de duikstek.
Op 13 sept 2009 zijn de platen er weer uitgehaald en vervangen door de platen: H96 (B1) en H136 (B2)
De platen zijn uit het water direct in een bak met water gezet om geobserveerd te worden en gefotografeerd te worden.
Op deze wijze wordt getracht zoveel mogelijk informatie te vergaren van het moment.
H104 H 128
Na het fotograferen van de platen zijn de platen naar een andere locatie vervoerd waar deze vervolgens wat nader bekeken zijn, met behulp van een microscoop en binoculair. De niet direct herkenbare organismen zijn verder onderzocht, en bewaart op sterk water.
Methode:
Om een idee te krijgen van de aantallen en grootte van de organismen die zich op de plaat bevinden is er van elke plaat ¼ deel ingemeten. Met behulp van het programma ImageJ zijn de aantallen en de lengten bepaald.
Resultaten:
H 104
Van H104 is op een ¼ van de plaat het aantal driehoeksmosselen geteld. Dit aantal kwam op 65 uit. Het geschatte aantal driehoeksmosselen komt dan uit op 260 mosselen.
Verder zijn er op de H 104: 9 takjes van de Cordylophora geteld.
Er zijn wat zoetwater sponzen die zich op de plaat vastgezet hebben, en aan de zijkant van de plaat bevindt zich wat buiswier en bruinwier. Hetzelfde was ook het geval bij H 128.
H 128
Op deze plaat bevindt zich op en kwart van de plaat ca 26 mosselen.
Voor de gehele plaat wordt dat een schatting van 104 mosselen
Van een vierde deel van de plaat H128 zijn het aantal Cordylophora poliepjes geteld. Het is een ruwe schatting, omdat de resolutie van de foto net niet goed genoeg is om scherp onderscheid te kunnen maken tussen de poliepjes.
Er zijn 20 poliepjes geteld.
Voor de hele plant zou dat neer komen op een ruwe schatting van 100 Cordylophota caspia.
Van de H104 zijn ook schattingen gedaan van de gemiddelde lengte van de mosselen:
Van een 20-tal willekeurig gekozen mosselen die plat op de plaat lagen, is de lengte van bepaald.
Dit was echter niet haalbaar bij de H128. Daar stonden alle mosselen overeind.
Samenvattend:
De platen H104 en H128 waren weer net zoals vorig jaar goed bedekt met organismen.
Bij plaat H104 zaten er naar schatting 260 mosselen op de plaat. Bij de H128 was dit aantal slechts 104.
Bij H104 waren er 9 Cordylophora geteld, terwijl dat bij de H 128 er ongeveer 100 waren.
Conclusie:
- Beiden platen waren goed bedekt.
- De H104 werd gedomineerd door de driehoeksmosselen.
- De H128 werd meer gedomineerd door de Cordylophora.
- Vorig jaar was net zoals dit jaar de plaat bij de verste boei van de duikstek (B2) het meeste Cordylophora waar-genomen, terwijl bij de B1 de meeste mosselen waren waar genomen.
Namens de OW biologische commissie van
Duikteam Haarlemmermeer.
Guus Baan
Fotografie: Herman Blanken
Determinatie en veldwerk: Herman Blanken en Kees Hogeboom